De boekhoudkundige manier van denken die ten grondslag ligt aan de vormgeving van de Hedwigepolder is het uitgangspunt van dit project. Het kunstwerk is een landschappelijke ingreep die refereert aan het productielandschap die de polder was. De vorm van het kunstwerk is gebaseerd op een mestkelder, die vanwege de afgraving van de polder, bloot komt te liggen. De weg die naar het kunstwerk loopt is een spiegeling van de weg die naar de Panoramaheuvel loopt. Bezoekers kunnen het kunstwerk betreden: in een nauw gangenstelsel keert de weidse blik op het landschap naar binnen.

This project takes as its starting point the calculative logic underlying the design of the Hedwigepolder.
The installation is a landscape intervention that references the polder’s former role as a site of agricultural production. Its form is based on a manure cellar, now exposed by the excavation of the land. The path leading to the installation mirrors the route to the Panorama Hill. Visitors can enter the work: within a narrow network of corridors, the expansive view of the landscape is turned inward.